Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook zult gij geen verzoening nemen [35]voor dien, die gevlucht is naar zijn vrijstad, dat hij zou wederkeren, om te wonen in het [36]land, tot den dood des [hoge]priesters. 35. Anders, voor het vlieden; om hem te vergunnen, dat hij niet behoefde te vlieden naar een vrijstad, of dat hij, daarin gevloden zijnde, vandaar vrijelijk tot zijn woonplaats zou mogen wederkeren, voor den dood des hogepriesters. 36. Zijn bezitting, gelijk boven, vs.28; dat is, zijn vorige eigen woonplaats.